Willem Weesje

In december 2024 verscheen mijn rijmverhaal De ballade van Willem Weesje. Willem Weesje wordt geboren in de Waddenzee. Zijn moeder sterft bij zijn geboorte en hij moet zich dus al vroeg alleen zien te redden. Willem is een bijzonder wezentje, iets tussen mens en vis in; hij kan zwemmen en over de zeebodem lopen, een beetje op het droge waggelen, en bovendien praat hij in rijm. Hij trekt door de Waddenzee en dan langs de Noordzeekust naar het zuiden. Onderweg beleeft hij allerlei avonturen en maakt hij kennis met verschillende zeedieren en met een bijzondere heer. Tijdens een storm spoelt hij – meer dood dan levend – aan op het strand van Goeree, waar hij wordt gevonden door de zorgzame Welmoed. Zij vangt hem op en ziet dat hij talent voor dichten heeft, maar dit wel zeer eenzijdig inzet. Zij is lerares Nederlands geweest en leert hem andere dichtvormen. Ook laat zij hem huiswerk maken. Ze begint met limericks en puntdichten, maar later moet Willem ook rondelen en sonnetten leren maken. Willem leert ook veel over dichtkunst van Welmoeds buurman, de beroemde dichter Hannes Meerman, die sonnetten en diepzinnige gedichten schrijft, maar ook veel plezier heeft in het maken van wat schunniger verzen. Als Willem voldoende is hersteld, hervat hij zijn reis, op zoek naar soortgenoten en, hopelijk, een lief.

In deze ballade heeft elk hoofdpersonage een eigen ‘rijmstem’. Zo spreekt en denkt Willem in gebroken rijm, Welmoed in omarmend rijm en Hannes in gepaard rijm.

Hieronder het eerste hoofdstuk uit deze ballade, getiteld Barensnood.

Barensnood

Op een grauwe maartse morgen

niet zo lang gelee

gleed ik uit een moederwezen

in de Waddenzee.

Mama zocht voor mij een kuiltje        

in het zilte zand,    

hopend dat ik het zou redden   

daar bij Ameland.

Sterk verzwakt doch door de weeën

fluisterde ze zacht:

‘Je heet Willem, naar je vader.’

en zij stierf die nacht.

Wat had ik haar graag behouden

deze lieve schat.

O, wat kan het leven hard zijn

hierzo op het Wad.

Diepbedroefd en heel alleen nu

lig ik in het zand.

Hoe moet ik mij nu toch redden

in dit niemandsland?

Wat weet ik nou van de wereld?

Hoe toch red ik mij

in dit ruige Waddenleven,

in die kleffe klei?

Kind nu van een moederwezen

dat het leven liet

zal ik wel een weesje wezen,

‘k weet het anders niet.

Zo zal ik mij dan maar noemen,

Willem Weesje dus.

Twee trocheeën bekt wel lekker,

klinkt ook best wel knus.

Ietwat bang maar ook nieuwsgierig

kijk ik om me heen.

Ik moet wennen aan het donker.

Ben ik hier alleen?

Zie hier voor een recensie over De ballade van Willem Weesje in de Vooschotense Krant.

Koop hier de Ballade van Willem Weesje  (€15,61)