Tabula rasa

Tabula rasa

Het lege blad kijkt mij verwijtend aan,

verlangend dat ik haar mijn woord zal geven,

zoals ik in mijn hele schrijversleven

ook bij haar vele zussen heb gedaan.

De tijd verglijdt, ik heb nog niets geschreven.

Ik zit nu vast, dat is haar niet ontgaan.

Wat ziet ze bleek, er moet dus iets ontstaan.

Zij vreest een loos en ongetekend sneven.

Ik kijk haar nog eens in haar blank gelaat

en denk: het kan niet dat ik haar zo schaad

en kwets door haar mijn woorden te ontzeggen.

Geen enkel vel valt zoiets uit te leggen.

Ik schrijf en schrijf, en ook al is het klad,

zij blijft alsnog geen onbeschreven blad.


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *